Wat kan ik met een verrekijker zien in de sterrenhemel?
Met een gewone verrekijker kun je meer zien dan je waarschijnlijk zult denken!
Bijna iedereen heeft wel een verrekijker in huis, maar bijna niemand weet dat je er prima de sterrenhemel mee kunt bekijken.
Er is natuurlijk met het blote oog al veel te zien (sterren, planeten, de Melkweg en meteoren), maar een eenvoudige verrekijker brengt al meteen veel meer aan het licht. Om naar de sterrenhemel te kijken heb je daarom niet perse een telescoop nodig, natuurlijk is de vergroting dan wel hoger.
Eigenlijk kun je het zo zien dat een verrekijker uit twee kleine 'opgevouwen' telescoopjes naast elkaar bestaat - voor elk oog één. (Binoculair) Belangrijk voor sterrenkundige toepassingen is de middellijn van de twee objectieven, maar ook de lichtsterkte van de verrekijker.
Elke verrekijker heeft twee getallen zoals bijvoorbeeld 7x50. Dit getal duidt in dit geval de vergroting aan, dat is het eerste getal en het tweede getal geeft de lensdoornede aan in millimeters.
Wanneer je de lensdoorsnede deelt door de vergroting krijg je een idee van de lichtsterkte: bijvoorbeeld een 7x50 verrekijker (50 gedeeld door 7 is ongeveer 7) is lichtsterker dan een 10x40 kijker (40 gedeeld door 10 is 4). Hieruit blijkt al dat de vergroting op zich minder belangrijk is: een 7x50 kijker vergroot weliswaar minder sterk dan een 10x40 kijker.
Wat is het meest belangrijke aan een verrekijker voor sterrenkundig gebruik?
Een groot objectief en een hogere lichtsterkte zorgt ervoor dat een kijker meer geschikt is voor sterrenkijken. Dat betekent dus in het bovenste geval, dat een 7x50 kijker weliswaar minder sterk vergroot dan een 10x40 kijker, maar wel minder lichtsterk is dan een 10x40.
Wanneer je de kijker op de Melkweg richt, zijn er zoveel meer sterren te zien met een verrekijker dan met het blote oog. Een verrekijker brengt veel licht samen in je oog en daarom zie je met een verrekijker veel meer sterren dan met het blote oog.
Buiten ons zonnestelsel bevinden zich ontelbare zwakke en minder zwakke objecten. Deze objecten buiten worden ‘deepsky’ objecten genoemd. Als je met de verrekijker naar de Melkweg kijkt, ontdek je dus ook dat de Melkweg niet een vage band langs de hemel is, maar uit ontelbare hoeveelheden sterren bestaat. Met een verrekijker zijn al enorm veel van deze deepsky objecten te zien. Door de lage vergroting zullen er echter weinig details te zien zijn. Grotere objecten zoals het Zevengesternte, zien er door een verrekijker wel erg mooi uit.
Het Zevengesternte is een open sterrenhoop in het sterrenbeeld Stier. De sterrenhoop ligt op ongeveer 440 lichtjaren van de aarde. Met het blote oog zie je in een omgeving met veel licht al snel 5 of 6 sterren, maar als het volledig donker is zijn met erg scherpe ogen wel 9 of 10 sterren zichtbaar; door een verrekijker of telescoop – afhankelijk van de sterkte – zelfs tientallen tot honderden.
Met een lichtsterke verrekijker, wat niet alleen afhangt van de lens doorsnede en de vergroting, maar ook van de coatings die zijn gebruikt voor de glazen en de prisma’s, kun je dus ook goed nevels en sterrenstelsels waarnemen. Heb je een kijker met een redelijke vergroting, dan kun je er ook de vier grote manen van de planeet Jupiter mee zien en de ring van Saturnus. Ook kun je met elke verrekijker details zien op het oppervlak van de maan, zoals grote kraters en bergruggen.
Een kijker met een grotere vergroting dan 10x, kan je beter op een (foto-)statief zetten als je er de sterrenhemel mee wilt zien, anders krijg je last van trilling in het beeld. En niets is zo hinderlijk dan het niet rustig en relaxt door een verrekijker te kunnen kijken.
Dus neem je verrekijker eens mee op een avondwandeling en probeer wat sterren te ontdekken!